Discocactus  
 Inleiding  Verzorging

 Veldnummers

 Taxonomie  Species  Bibliografie  Contact
     
Algemeen
Zaaien
Waar zaaien
Enten
Zaad winnen
Zaad bewaren
Etiketteren
Gieten
Verzorgingsklimaat
Groeiseizoen
Ziekten
Importeren

Waar plaatsen we ons zaaitoestel? Dit is een onderwerp waarover in het algemeen weinig wordt vermeld, maar waarover onzerzijds een uitgesproken mening bestaat. Waarschijnlijk zullen de meeste liefhebbers die in het bezit van een kas zijn, hun zaaitoestel ook daar plaatsen. 

In elke cactuscollectie komen regelmatig verliezen voor, vooral aan het einde van de rustperiode wanneer de planten weinig weerstand bezitten. Verliezen veroorzaakt door schimmels, bacteriën of andere organismen. Deze agressoren hebben evenals hogere planten hun eigen ontwikkeling, die er op gericht is zich voort te planten. Zij doen dit door sporen te vormen. Deze sporen kan men met het blote oog niet of nauwelijks waarnemen. Ze zijn zo microscopisch klein dat ze met de minste luchtbeweging verplaatst worden en door de kas zweven. 

 

Welke wijze van zaaien men ook gebruikt, bij het openen van de zaaibak of van de plastic zakjes,j ontstaat telkens een luchtwerveling waarbij naast onschuldige sporen ook virulente naar binnen kunnen worden gezogen. Deze virulente sporen zijn in staat een levende en gezonde plant aan te tasten, in tegenstelling tot de saprofytische schimmels, die van dood materiaal leven. Zo ontstaat de beruchte “smeul” in het zaaisel. Het is dan ook aan te raden het zaaitoestel te plaatsen in een ruimte waarin geen planten staan, en in ieder geval geen cactussen. 

 

Deze plaatsingskeuze is niet gebaseerd op veronderstellingen, doch op de geconstateerde grotere verliezen in de kas, vergeleken met andere lokaties. Om verliezen vast te stellen is een geregelde, zo mogelijk dagelijkse inspectie van het zaaisel, ja van elk potje met zaden nodig. Anders ontgaat het de waarnemer volkomen als er zaailingen uitvallen. Immers, een jonge zaailing bestaat uit een druppeltje vocht omgeven door een uiterst dun vliesje. Binnen een tijdsbestek van 24 uur is daar niets meer van over, althans niet waar te nemen tussen het fijne grind op de zaaibodem. Alleen wanneer er reeds areolen met dorentjes zijn gevormd, zijn deze laatste bij aandachtige beschouwing waar te nemen. Dit geldt uiteraard ook voor plantjes die zeer jong zijn verspeend.

 

Wat het tijdstip van zaaien betreft bet volgende. Bij de kweek van cactussen en vooral bij gevoelige soorten als Discocactus en andere braziliaanse soorten moet men vooruitzien. Wij willen graag de zaailingen in het eerste jaar zodanig zien groeien dat zij zonder risico de winter in kunnen gaan. Daarom ligt de zaaitijd zo vroeg mogelijk in het jaar, dus rond januari/februari. Dan kunnen we in april en mei verspenen en/of enten. 

 

Verspenen houdt eigenlijk in dat we de plantjes zich op eigen wortel laten ontwikkelen. De jarenlange ervaring heeft echter uitgewezen dat er speciaal bij Discocactussen  veel exemplaren te gronde gaan aan rotting, veroorzaakt door schimmels en dergelijke. Men kan dit beperken door het humusbestanddeel  laag te houden of dit zelfs geheel uit te schakelen en over te gaan op de teelt op een inert substraat zoals eerder genoemd. Maar zelfs dan blijken de verliezen groter te zijn dan bij minder moeilijk te cultiveren soorten. 

Dit wil niet zeggen dat het onmogelijk is om planten van dit geslacht op eigen wortel op te kweken tot volwassen en bloeibare planten, doch de kans op uitval blijft altijd groot. De planten zullen zelden zo oud worden als ze in de natuur worden aangetroffen.  Algemeen wordt daarom nogmaals voor een betere groei en ontwikkeling aangeraden Discocactussen  te enten. 

Copyright © 2003

email: Piet van der Laken